Cusco, Salkantay trail en Machu Picchu

6 november 2017 - Cusco, Peru

Het is alweer november. De tijd vliegt. Eerst gaan we van Arequipa naar Cusco. De vlucht naar Cusco verloopt voorspoedig. 

Op het vliegveld proberen we nog de vlucht van Ywe van Calama naar Santiago te verplaatsen, hij heeft een ticket op 20 november, terwijl ik de 18e naar Santiago vlieg. Maar dat lukt niet. Dat betekent dat ik een nieuwe vlucht ga regelen op 20 november van Calama naar Santiago.

Het hotel in Cusco ligt op twee blokken van de Plaza de Armas, en is mooi. Er is een serre waarbinnen je kunt zitten lezen, maar ook eten of drinken. In het hotel krijgen we papieren van onze reisorganisatie over de Salkantaytrack. Er staat aangekondigd dat we om 18 uur worden gebriefd over de wandeling. En dat gebeurt ook.

Na ons in het hotel te hebben geinstalleerd gaan we de benodigde boodschappen doen voor de reis. Water, snacks, fruit en een lunch voor straks.

Cusco is de oude Inca Hoofdstad en ondanks dat de Spanjaarden vreselijk hebben huisgehouden onder de indianen en hun tempels, is het nog een fijne stad om te zijn.

Ik besluit dat na de Colca Canyon het echt tijd is voor een wat grotere rugzak om genoeg ruimte te hebben, want de zwarte puilde uit van mijn regenjack en nog wat kleren, en die ga ik echt nodig hebben voor de Salkantaytrack. Ik koop een ruime, blauwe. Kijken hoe die bevalt. 

Voor de Salkantaytrack moeten we weer vroeg op, want om 5.00 uur rijdt het busje voor. Onze groep bestaat uit drie personen, Ywe, een Fransman die Paul heet en ik, en drie begeleiders, gids Jian Carlo, paardenman Aldo en kok Adolfo.

Het busje is van aanzienlijk betere kwaliteit als dat waarmee we naar en van de Colca Canyon zijn vervoerd. Helaas is er een ralley of racewedstrijd gepland op de weg die wij ook moeten hebben om naar het begin van de track te worden gebracht. Het lijkt dezelfde groep die we in Arequipa ook bezig hebben gezien. Dat kost ons anderhalf uur of meer.

Maar als dat feest gedaan is kunnen we door. Bij Marccocasa, op 3.400 meter, beginnen we de wandeling. Dat is 12 km, in het begin flink klimmen en stijgen, laatste stuk vlak. We eindigen in de Salkantaypampa op 3.880 meter. Met wat pauze zijn we tussen 10.00 en 15.00 uur bezig. Het landschap is prachtig. We slapen in ‘tenten’, die opgezet zijn onder een soort afdak, of buitentent.

In de namiddag hebben we een post-wandel tukje gedaan. Om 18.00 uur is het donker, en niet lang daarna breekt een onweersbui met hagel en regen van jewelste los. Onderweg ben ik opnieuw geprikt door wat kleine muggen zijn. Tot op mijn bil, voel ik nu.

De kok heeft zowel een voedzame lunch als diner gemaakt. Om 19.30 liggen we in bed, morgen om 5.30 uur op. Je zou haast gewend raken aan dit voor dag en douw opstaan. 

De tweede dag worden we om 5 uur gewekt met een kopje Cocathee op bed. Heel erg chique. Dan spullen opruimen en ontbijten, en om 6.40 uur op pad gegaan.

Het was droog weer, maar wel fris. En dan klimmen van 3.880 meter naar de Salkantaypas op 4.660 meter. Sommige stukken zijn echt pittig, andere goed te doen. Op deze hoogte heeft Ywe moeite met de adem. Maar gaat steeds beter.

Om 10 uur tik ik de Salkantaypas aan.

Onderweg hebben een prachtig uitzicht op de weg naar boven, richting de pas en aan de rechterkant Salkantay, die eigenlijk Salkantaca heet, wat betekent ‘deze is afschrikwekkend’. Dat is onlangs bevestigd toen een team van ervaren bergbeklimmers uit Japan en Argentinië begraven is onder een lawine terwijl ze de top probeerden te bereiken.

Nadat we de top van de pas hebben bereikt maken we een klein uitstapjeom een opzij gelegen meertje te bewonderen. Op die plek houden we een ‘religieus’ ritueel, waarbij we alle vier drie cocabladeren in de hand houden, groeten naar de vierwindstreken houden richting alle vier de delen van het Incarijk. Vervolgens doen we allen een persoonlijke wens, leggen we de blaadjes op een steen, en leggen alledrie drie stenen van verschillende grootte op elkaar om een torentje te bouwen. Daarna legt Jian een snoepje neer, giet er een beetje cola over, champagne en een sterk drankje en roept de gunst van de goden van de hemel (Condor), de bovenwereld (Puma) en de onderwereld (slang) over onze tocht. Tenslotte drinken we er een klein bekertje champagne op, hoewel alcohol in de bergen in principe uit den boze is.

Na dit ritueel begint de afdaling. Opnieuw schijnt de zon, we hebben vandaag opnieuw  geluk. Het is een afdaling met verschillende gezichten. Deels onaangenaam stijl, met veel losse stenen en steentjes, deels redelijk glad en met zand.

Om 14.00 houden we halt om te lunchen. Dat is het moment dat het begint te regenen en te hagelen. Het duurt niet lang, en als we weer op pas gaan om 15 uur is het droog, en weer later begint de zon te schijnen.

Pas als we bijna bij de kampeerplek zijn, begint het weer te regenen. Gelukkig niet heel hard, maar nu duurt het langer, ook nadat we zijn aangekomen op Collpapampa dat op 2.900 meter ligt. Het laatste stuk is de omgeving veranderd. Collpapampa ligt te midden van een tropische neveloerwoud. 

Vandaag hebben we in totaal 20 kilometer afgelegd, en 800 meter geklommen en daarna 1.700 meter gedaald. Dus we hebben wel een prestatie neergezet. 

De derde dag van de track mogen we iets later opstaan. 5.30 uur, is weer een half uur meer in bed Het is een dag van afdalen. We zitten nu op 2.900 meter, en moeten naar 2000 meter. De afdaling gaat toch altijd lekkerder dan klimmen, alhoewel het de knieën fors belast en mijn kleine teen geblesseerd is. Bij de wandeling in Colca Canyon is die beschadigd geraakt. Door de afstanden en de matige faciliteiten heb ik die de eerste dagen verwaarloosd, net als de algemene hygiëne. Het was echt veel te koud om een koude douche te nemen, los van het feit dat we redelijk uitgeteld waren na die dag klimmen en de 20 km wandeling. Dat betekent dat ik met een bescheide pijn in de rechter voet wandel, en ik de komende dagen bezig zal zijn die ontstoken teen gezond te krijgen.

Om een uur of 13.00 zijn we bij de camping. De makkelijkste dag is achter de rug.

Na de lunch gaan we de rest van de middag doorbrengen in nabijgelegen thermische baden. Nabijgelegen is nog altijd een klein uurtje rijden. Maar het is de moeite waard. Lekker warm water, een warme douche, onder keiharde muziek die er bij schijnt te horen. We zijn wel toe aan een warm bad, want een zekere hygiene is wel gewenst. Niet alleen vanwege de teen, maar ook de rest van het bezwete lichaam wil weer eens lekker schoon worden.

‘S avonds weer een lekker gekookte maaltijd, onze kok Adolfo is echt geweldig. En dan wat lezen en op tijd naar bed. Goed getimed regent het na het eten tot ergens in de nacht. Fijn dat het opnieuw overdag mooi weer is geweest De afrondende wandeldag mogen we ‘uitslapen’, tot 6.00 uur. Dat is even wennen na al dat opstaan om 5 uur of eerder.

We klimmen weer. Van 2.000 meter gaat het soms geleidelijk, soms redelijk stijl omhoog. Na een uur of drie zijn we aan de top. Onderweg hebben we schitterende uitzichten, door de vallei van de rivier Urubamba, die met enkele andere rivieren samengaat.

Opnieuw hebben we het weer aan onze zijde. Zonneschijn en soms wat lichte bewolking, en af en toe een zuchtje wind die aangename verfrissing geeft.

Ywe gaat het eerste deel voorop. Zijn tempo is nu gelijk aan dat van ons. Na vijf dagen klimmen en dalen is zijn klimconditie flink toegenomen.

Bovengekomen zitten we 800 meter hoger, op 2.800 meter. Uiteraard pauzeren we daar even, en gaan dan naar een uitzichtpunt, vanwaar je Machu Picchu en de Sacred Valley kan zien liggen. Het is een beoogde plek voor een camping, en je zult daar een duizelingwekkend mooi uitzicht hebben vanuit je tent.

Het is heel warm geworden, en dat blijft het de rest van de tocht. Was gisteren de warmste dag tot nu toe in Peru, vandaag overtreft dat weer ruim.

De afdaling is een behoorlijk lange, naar het station van de trein naar Machu Picchu Pueblo, Aguas Calientas.

Eerst komen we langs een Inca nederzetting,  Llactapata, wat zoiets betekent als ’over de top’. Een paar huizen of opslagruimten en tempel zijn gereconstueerd. Voor de rest zijn het ruines. En daarna is het stijl of enigzins stijl naar beneden afdalen. Ik zweet voor het eerst gigantisch tijdens het wandelen.

Daarna is het nog een stuk vlak naar het station, en daar lunchen we en op 14.50 vertrekt de trein naar Machu Picchu Pueblo

Net als gisteren en in de Colca Canyon stikt het van de muggen. Geen grote, maar geniepig kleine, die je kleine, onopgemerkte steken toebrengen, die vernijnige bulten veroorzaken.

In Machu Picchu hebben Paul en wij verschillende hotels. Wij zitten in Hotel Machu Picchu. Het roept een herinnering op: het is hetzelfde hotel waar Miriam en ik  verbleven toen we hier in 2013 waren. Prima bedden en een warme douche, dat wordt na die lange wandeling zeer gewaardeerd.

Dan komt het bezoek aan Machu Picchu. Om 4 uur gaat de wekker en om 4.30 uur staan we in de rij. Doel is om aan het begin van de ochtend naar binnen te kunnen gaan. Om 6.00 uur gaan de deuren van Machu Picchu open. We zijn echt vroeg, om 5.30 zitten we in de bus, mooi op tijd. En snel na 6 uur kunnen we naar binnen.

Boven krijgen weeen rondleiding, die ik vorige keer voor het grootste deel ook heb gehad, maar dat deert niet. Voor het eerst hebben we geen geluk met het weer. Het regent en er hangen wolken in de vallei. Soms is dat heel erg mooi, maar het belemmert ook het uitzicht ernstig.

Ywe is, nadat hij in eerste instantie sceptisch stond tegen ‘een hoop stenen op een heuvel’ positief verrast door de grootte, de opbouw en de ligging van Machu Picchu. En net als vorige keer ben ik ook weer onder de indruk van de huizen, tempels en poorten van de Inca’s. Hoe heeft men zoveel en zo grote stenen hier kunnen maken en opbouwen. Vooral de grote stenen die de onderbouw vormen en precies in elkaar passen zijn indrukwekkend. Je kunt niet anders dan de vergelijking met de Egyptenaren maken, die dit drie duizend jaar eerder op een andere plaats in de wereld voor elkaar kregen.

We hebben kaartjes om de nabijgelegen berg Waynapicchu te beklimmen. Maar Ywe voelt zich niet lekker, heeft last van de ingewanden en ik zie het ook niet zitten om die stijle berg op te klimmen, waar zeer stijle stukken zijn, en de waarschuwingen aan het begin niets aan duidelijkheid te wensen over laten. Dat ga ik dus niet doen. Het is lastig om de echte mooie overzichtsfoto te maken door de regen en de wolken en mistflarden. Aan de andere kant levert het wel weer heel mooie plaatjes op, met die wolken en mist.

In tegenstelling tot vorig bezoek is het niet goed mogelijk foto’s te maken zonder heel veel mensen, want het lijkt wel veel drukker dan die julimaand van 2013. En het is nu toch november!

Maar er zijn voldoende mooie plaatjes voor het blog, dus die kan men gewoon terugzien.

We hebben de trein kunnen vervroegen van 18 uur naar 15 uur, zodat we na het bezoek aan de site niet te lang in Aguas Calientes hoeven door te brengen, want dat is niet bezienswaardigheid nummer 1. Om iets voor 19 uur zijn we weer terug in Cusco en in hotel Los Andes de America.

De track en Machu Picchu zitten er helaas op. Morgen nog een dag Cusco, en dan gaan we naar het koele zuiden: Puno, Titicacameer en Capacabana, in Bolivia.

Foto’s

3 Reacties

  1. Aron:
    7 november 2017
    Gaaf verhaal pap! En even de salcantay track alsof het niets is💪 - en geniet nog maar even van die warmte, Bolivia’s winter is coming...

    Groetjes, ook aan Ywe!
    Aron
  2. Henk:
    7 november 2017
    Hoi, mooie trek door de bergen en daarna Machu picchu, waar wij ook waren begin jaren tachtig. Cusco mooi en Puno heel koud toen wij daar waren. Veel plezier nog in Peru. Groet, Henk
  3. Sam:
    12 november 2017
    Wat een onwaarschijnlijk mooie plaatjes pap, ziet er goed uit! Geniet er van!