Porto Alegre en Parque Nacional Aparados da Serra

18 december 2017 - Paraty, Brazilië

Het is een grote overgang van Iguazu naar Porto Alegre. Bij de vlucht naar Porto Alegre kwamen we nog een keer hoog over de watervallen, en bij aankomst zijn we in een bewolkte stad die zich niet met Buenos Aires kan meten.

We hebben een dag om de stad nader te verkennen. Porto Alegre is een havenstad met de nodige oude gebouwen tussen veel gribus flats. Eerst moeten we de was wegbrengen. Dat kan op een halve kilometer. Het centrum is niet onaardig. Er staan een kathedraal en een kerk van de moeder van droefenis. De laatste in Portugese stijl, en de moeite waard. 

Het stadhuis is een stijlvol negentiende eeuws pand, en diverse provinciaalse ministeries zitten is soortgelijke gebouwen. Er is een markthal met verse vis, vlees en zelfs een Casa Holanda, waar diverse hollandse kazen te koop zijn, naast ‘de beste‘ gedroogde Bacalhau van Porto Alegre. Buiten is een gezellige markt en winkelend publiek.

Maar we zien ook veel mensen die lukraak op straat slapen. En als we aan het eind van de middag de was ophalen nemen we een andere route, en komen dan door een straat die echt onaangenaam is, met een rij van ‘hutten’ onder een galerij, aan beide kanten van de straat. Hier moet je ‘s avonds niet langs moeten.

Dat was nadat we een korte boottocht hebben gemaakt over het meer dat tegenover Porto Alegre ligt. Op een aantal eilanden zijn chique bungalows en vakantiehuizen te zien, met boot en al. Op de boot worden we aangesproken door een vrouw die nederlands blijkt te spreken, en haar zoontje ook, al had die er geen zin in. Zij hadden zeven jaar in Capelle aan de IJssel gewoond, en zij had een Nederlandse man (gehad?). Ze adviseerde om per taxi te gaan naar een wijkje, niet ver uit het centrum, om te eten. Dat hebben we ‘s avonds gedaan. Totaal andere sfeer, leuke restaurants en barretjes. Duidelijk voor de meer welgestelde Porto Alegrianen.

In het algemeen zijn de Brazilianen erg open en vriendelijk, toch een verschil met Chili en Argentinië. Hoewel overal Holanda een goede naam heeft dankzij het voetbal. Hoe vaak ik niet ‘Naranja Mecánica’ heb horen loven, met soms een steekje over de niet kwalifikatie voor het komende WK. Maar dat geldt ook voor Chili, dus daar was dat geen issue.

Tenslotte hebben we ook de Pinacoteca Ruben Berta bezocht. Daar was een kleine tentoonstelling met Braziliaanse Modernisten. Niet onaardig, maar na een klein half uur hadden we het gezien en gehoord. 

Porto Alegre is de toegang tot het nabijgelegen Parque Nacional de Aparados da Serra. Dat is de volgende etappe.

We hebben een transfer met een 4WD Toyoto naar Cambará do Sul, volgens Wikipedia een van de koudste plaatsen in Brazilië. Het kan er zelfs sneeuwen! Dat maken we, aan het begin van de zomer hier, niet mee. Maar in de loop van de tweede dag koelt het af, terwijl het af en toe regent. Als we vertrekken naar Paraty is het kwik gezakt tot 14º.

Cambará ligt in het Nationaal Park Aparados da Serra, en telt zo’n 6.000 inwoners. Wij zitten in Casa da Montanha, een resort dat 9 km buiten het stadje ligt, in het Nationaal Park. Mooi gelegen in de heuvels, niet ver van een van de Canyons waar dit gebied bekend om is. Het park is niet alleen publiek bezit. Net als in Mexico zijn bepaalde delen privé eigendom, waar geen toegang voor publiek is. Een treurige zaak, maar zo staat het er voor met het grondbezit in Latijns Amerika.

Als eerste zijn we naar de Canyon Itaimbézinho geweest. Een hobbelige weg die we voor het grootste deel met de auto deden. Dan een korte wandeling langs de rand, het begin en daarna de overkant van de canyon. Met een waterval. Mooi, maar zoals te verwachten, na Iguazú zijn watervallen net iets minder indrukwekkend.

De tweede dag rijden we een stuk verder naar de Canyon Fortaleza. Het is ondertussen gaan waaien, en de wind die van de zee komt waait in de kloof, waardoor het boven stormt. Weliswaar vanuit de canyon, maar het is wel oppassen geblazen. Hier hebben we twee wandelingen, een naar een top richting het eind van de kloof. Van bovenaf kunnen we de zee zien liggen, op nog geen dertig kilometer afstand.

De tweede wandeling gaat richting het begin van de kloof, door/over een stroompje heen, dat een waterval veroorzaakt. Door de wind levert die waterval geregeld een douche op.

We slapen in het Resort een soort tent, maar wel van alle gemakken voorzien. Het eten is uitstekend, met een barbecue op de eerste dag. De tweede dag is dat niet mogelijk door de wind en later regen. 

Met de mensen communiceren we in een wisselende samenstelling in Engels, Spaans, Frans en Portugees. Gelukkig zijn er gasten die goed Engels spreken en af en toe bijspringen. En een Senegalese medewerker die goed Engels en Frans spreekt.

Leuk om het Nationale Park gezien te hebben, maar we zijn wel verwend door Buenos Aires en Iguazu. En 14º… dat is beneden het gewenste peil.

Op naar Paraty, waar het weer 30º is!

Foto’s